|
||||||||
|
Het mag haast een wonder heten dat de naam van pianist Marco Mezquida hier bij ons niet tot het gemeengoed behoort. De man uit Menorca is nog niet eens veertig en toch heeft hij al bijna honderd platen op zijn naam staan, hetzij als centrale figuur, hetzij als begeleider en daar zijn goeie redenen voor: hij is zodanig flexibel en empatisch, dat haast iedereen hem mee in de studio wil. Van gitarist Chicuelo, van zijn echte naam Juan Gomez, weten we hier misschien ietsje meer: deze veelzijdige Catalaan draait al ruim drie decennia mee in de flamenco en ja kon het al zien en horen aan de zijde van groten als Tomatito, Enrique Morente, El Cigala of Carmen Linares, om slechts die namen te vermelden. Op een dag ontmoetten beide heren elkaar en er bleek een onmiddellijke klik te zijn. Dus gingen ze samenwerken en van die samenwerking is deze plaat de derde vrucht, na “Conexión” en “No Hay Dos sin Tres”. Wie ooit één van die beide platen hoorde, zal vandaag niet of nauwelijks verbaasd zijn bij het horen van deze nieuweling: het is haast niet te geloven hoezeer de heren elkaar aanvoelen en vervolledigen. De één met zijn flamenco-achtergrond, de ander met eerder jazz-bloed in de aderen, hebben een nauwelijks te evenaren gevoel voor melodie en vooral voor samenspel. Nu ja, heel verwonderlijk is dat niet want in die beide achtergronden staat empathie centraal en moet je je ten dienste van de ander kunnen stellen. Zelden echter leidt dat tot muziek van een niveau als wat op deze plaat gehaald wordt. De CD bevat zeven nummers, samen net geen drie kwartier lang, waarin de muzikanten niet meteen in duel gaan, maar wel heel fijne muzikale dialogen voeren. Alles is door beiden samen gecomponeerd en mij lijkt het duidelijk dat de manifeste klanken-connectie die er blijkt te zijn tussen de gitaar en de piano, de leidraad is geweest tijdens het componeren. Dat heeft ook te maken met het toevoegen van de bijzonder “kleine” percussie-elementen door getrouwe kompaan Paco de Mode, die, waar nodig, een accentje en een kapstokje aanreikt, maar op geen enkel moment dominant wordt. Je hebt dus, met andere woorden, drie topmuzikanten, die elkaar zodanig goed aanvoelen, dat je als luisteraar geneigd bent te denken dat ze samen opgegroeid zijn en elkaar dus door en door kennen. Ik heb de plaat nu een keer of tien gehoord en, naarmate ik vaker luister, bekruipt mij meer en meer de behoefte om de term “meesterwerk” van stal te halen. Dit is namelijk een plaat waar de organische samenhang letterlijk van af druipt. Deze gasten hebben duidelijk geen woorden nodig om te converseren en dat leidt tot heerlijke stukken als “Carrer del Perill”, “Huellas del Sentir” of de ongelooflijk mooie afsluiter “El Faro de los Deseos”. Als virtuositeit en muzikaliteit elkaar niet voor de voeten lopen, maar ruimte bieden, krijg je dit soort schoonheid. Bijzonder straffe plaat ! (Dani Heyvaert)
|